Jaarverslag 2023
Met plezier delen wij ons jaarverslag 2023. Het bestuursverslag is inmiddels beschikbaar. Het publieksverslag wordt verwacht voor 1 mei.
Met plezier delen wij ons jaarverslag 2023. Het bestuursverslag is inmiddels beschikbaar. Het publieksverslag wordt verwacht voor 1 mei.
In de uitspraak van 13 december 2023, heeft de Raad van State de door iMMO gegeven onderbouwing van de invloed van schaamte en angst op verklaren onderkend. De Raad van State geeft aan dat de IND in deze zaak hier te weinig oog voor heeft gehad. De toelichting ter zitting door zowel iMMO als het NIFP-NFI, heeft het begrip van de afdeling voor de complexe psychologische processen die ten grondslag liggen aan deze zaak, vergroot. Het feit dat al in vroege medische stukken gesproken wordt over het hebben van PTSS versterkt deze zaak.
De Raad van State heeft in de uitspraak van 13 december 2023, (202108163/1, ECLI:NL:RVS:2023:4620) de door iMMO gegeven onderbouwing van de invloed van schaamte en angst op verklaren onderkend en geeft aan dat de IND in deze zaak daar te weinig oog voor heeft gehad. De afdeling stelt dat zowel de ingediende iMMO-rapportage alsook het op initiatief van de staatssecretaris uitgevoerde onderzoek van NIFP-NFI, niet voldoende is meegenomen in het bestreden besluit. Uit beide deskundigen berichten volgden vrijwel gelijkluidende conclusies, welke vervolgens terzijde werden geschoven door de IND.
Tevens komt uit deze uitspraak naar voren wat de toegevoegde waarde is indien deskundigen aanwezig zijn tijdens de zitting. In dit geval waren de in de onderzoeken betrokken deskundigen van zowel het NIFP-NFI als van iMMO aanwezig bij de zitting om vragen te beantwoorden over de conclusies. De Raad van State geeft aan dat de iMMO-deskundige wist te verduidelijken dat er tijdens het onderzoek was geconstateerd dat er sprake was van veel schaamte, angst en vermijding en hoe dit veroorzaakt wordt. Als gevolg van deze uitspraak zal de IND een nieuwe beslissing moeten nemen.
Deze uitspraak is belangrijk voor alle mensen die vanwege het bovenstaand fenomeen pas in een opvolgende aanvraag meer durven en kunnen vertellen over wat hen overkomen is. De praktijk is helaas nog steeds zo dat de IND het de vreemdeling meestal tegenwerpt indien deze niet meteen in de eerste asielaanvraag alles vertelt, of op zijn minst enige melding ergens van maakte. Met deze uitspraak wordt duidelijk hoe moeizaam verklaren kan zijn en dat dat ook het werk van de IND-ambtenaar niet bepaald gemakkelijk maakt.
Voor de medische casus klik hier
Kadin* is een man van 34 jaar oud uit een land in het Midden Oosten. Hij denkt dat zijn verklaringen genoeg bewijs opleveren voor zijn verzoek om bescherming en dat zijn verhaal voor zich spreekt. In zijn eerste asielaanvraag verklaart hij niet over de martelingen en het seksueel geweld die zouden hebben plaatsgevonden in de gevangenis. Maar zijn aanvraag wordt afgewezen en pas bij het beroep van zijn eerste HASA wendt hij zich tot iMMO.
Achtergrond
In zijn eerste asielaanvraag in 2009 heeft Kadin niets verklaard over de gestelde martelingen en verkrachting die zouden hebben plaatsgevonden in de gevangenis na zijn arrestatie in land van herkomst. Kadin vertrouwde erop dat de andere verklaringen voldoende gewicht aan zijn zaak zouden geven om internationale bescherming te krijgen. De aanvraag wordt echter afgewezen, omdat betrokkene in zijn land van herkomst veroordeeld is tot een levenslange gevangenisstraf.
In 2016 dient Kadin een HASA in, waarbij hij aangeeft dat de veroordeling in zijn land van herkomst is gebaseerd op bekentenissen die zijn verkregen door martelingen en seksueel geweld. De aanvraag wordt afgewezen omdat hij hier geen bewijs van levert. Hierop gaat Kadin in beroep en vraagt bij iMMO een forensisch medisch onderzoek aan. iMMO geeft aan dat dit alleen zinvol is als Kadin bereid en in staat is over het gestelde geweld te verklaren.
Tijdens het iMMO-onderzoek in 2018 komen verklaringen rondom de gestelde seksuele martelingen en de verkrachting naar voren. Kadin ervaart zeer sterke gevoelens van angst en schaamte over met name de verkrachting. Hij vermijdt daarom het denken en praten hierover. Hij geeft tijdens het onderzoek aan dat, ondanks het beroepsgeheim van de tolk tijdens de gehoren, hij enorm bang was dat het binnen zijn gemeenschap bekend zou worden. Om die reden heeft hij destijds gekozen daar niets over te zeggen. Ook zijn vrouw is tot op heden niet op de hoogte van de gestelde martelingen en verkrachting, aldus Kadin.
Kadin vertelt verschillende keren in behandeling te zijn geweest bij een psycholoog. Hij geeft aan zelfs met zijn therapeut de verkrachting nooit besproken te hebben. Kadin slikt medicatie om de psychische klachten onder controle te houden. In het verleden had hij veel nachtmerries en herbelevingen, welke afgenomen zijn in de tijd. Daarnaast geeft Kadin aan veel stress en paniekaanvallen te hebben evenals depressieve klachten. Hij voelt zich somber, heeft o.a. angstklachten, slaapproblemen en verminderde concentratie.
In de beschikbare medische informatie van betrokkene staat vermeld dat schaamte al langere tijd een rol speelt en dat deze schaamte steeds erger wordt. Ook blijkt uit het medisch dossier dat al vroeg een Post Traumatisch Stress Stoornis (PTSS) werd gediagnosticeerd en de vreemdeling zich uit zijn eerdere behandeling had teruggetrokken op het moment dat naar martelingen werd gevraagd.
In 2020 voeren het NIFP-NFI alsnog een forensisch medisch onderzoek uit in opdracht van de IND. De conclusies van beide onderzoeken komen op belangrijke punten vrijwel overeen met de conclusies uit het iMMO onderzoek.
In de herhaalde procedure verwijt de IND Kadin een ‘rationele afweging’ te hebben gemaakt bij het besluit niet over de verkrachting te verklaren, ondanks de inspanningen van de IND waaronder expliciete toezegging van vertrouwelijkheid. Echter van een door gezond verstand (ratio) afgewogen beslissing bij Kadin is hier geen sprake. De weliswaar bewust genomen beslissing niets over de gestelde verkrachting te verklaren wordt door angst en schaamte, beide zeer heftige emoties, ingegeven. Dit heeft ook als gevolg dat hij het denken en praten over het gestelde seksuele geweld sterk vermijdt. Wetenschappelijk onderzoek onderbouwt dat de kracht van schaamte en angst zo krachtig kan zijn, dat niet uitgegaan kan worden van een verwijtbare, ‘rationele’ beslissing.
Voor het juridisch vervolg, lees hier.
*) Namen zijn gefingeerd
Mensenrechten vormen de basis van het vakgebied van iMMO. Niet alleen het recht op vrijheid van vervolging en geweld, maar ook het recht om te kunnen zijn wie je wilt zijn. Het beschermen van mensenrechten is sinds de Universele Verklaring een werkwoord gebleken. Het gaat niet vanzelf en vergt nog elke dag actieve inzet van miljoenen mensen overal ter wereld.
10 december 2023 is het de 75e verjaardag van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Gepresenteerd tijdens de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in Parijs op deze dag in 1948, stelde de verklaring voor het eerst dat mensenrechten altijd, overal en voor iedereen beschermd zouden moeten worden. Het thema van de dag van de Mensenrechten is dit jaar Vrijheid, Gelijkheid, Gerechtigheid voor allen.
Tijdens het afgelopen jaar is er onder auspiciën van de Verenigde Naties in diverse werkgroepen en themagroepen gesproken over de staat van de Universele Verklaring. Aan de discussies namen nationale en lokale overheden, maatschappelijke organisaties, academici en deskundigen, als ook mensenrechtenactivisten, politici, jongeren en VN organisaties deel. Zo gingen discussie groepen onder andere in op de toekomst van mensenrechten in relatie tot vrede en veiligheid; tot digitale technologie; ontwikkeling en economie; en tot het milieu en klimaat.
Lees meer op de website van de Hoge Commissaris van de Mensenrechten
Joan* is een 37-jarige vrouw uit een Afrikaans land. Ze valt op vrouwen maar wordt door haar vader uitgehuwelijkt aan een gewelddadige man. Wanneer ze betrapt wordt met een vrouw vlucht ze. Aangekomen in Nederland wordt ze gedwongen in de prostitutie te werken om de reiskosten terug te betalen. Haar asielaanvraag wordt afgewezen omdat de IND haar verhaal niet geloofwaardig acht. Ook wordt de aangifte van mensenhandel ongeloofwaardig geacht.
Joan merkt al jong dat ze op meisjes valt. In haar pubertijd werd ze verliefd op haar beste vriendin Aisa en de twee kregen stiekem een relatie. Haar vader vroeg haar steeds vaker waarom ze geen vriendje had. Na de middelbare school ging Joan naar de universiteit en werd nog tijdens het eerste jaar gedwongen te trouwen. In de huwelijksnacht werd ze twee keer verkracht door haar man. In de jaren daarna was hij steeds vaker agressief en mishandelde en verkrachtte Joan meerdere keren per week. Als gevolg van de mishandelingen belandde Joan regelmatig in het ziekenhuis.
Joan komt Aisa jaren later weer tegen op een bruiloft. Ze praatten de hele avond en hielden weer contact. Joan ging vaak stiekem naar haar vriendin toe. Tijdens de jaarwisseling was de echtgenoot van Joan aan het werk en gingen Joan en Aisa samen naar een feestje. Omdat ze wat gedronken hadden en verliefd, kusten ze elkaar in het openbaar. Toen Joan opkeek, keek zij recht in de ogen van een vriend van haar echtgenoot. Ze wist zeker dat hij alles gezien had. In paniek zijn ze weggerend. Uit angst voor haar echtgenoot heeft Joan op dat moment besloten het land te ontvluchten.
Via Aisa kwam zij in contact met een zekere Kevin. Kevin regelde papieren en een vlucht. Hij reisde zelf ook mee naar Nederland. Eenmaal in Nederland vertelde hij dat Joan bij een vriend zou verblijven tot ze naar Engeland zou doorreizen. In het appartement van de vriend aangekomen vertrok Kevin. Er werd haar verteld dat ze moest werken om de kosten van de reis terug te verdienen. Toen ze zei dat dit in haar thuisland al was betaald, werd ze hard in haar gezicht geslagen. Ze is ongeveer 2 weken in dit huis vastgehouden. Tijdens deze 2 weken is zij meerdere keren per avond verkracht. Soms door meerdere mannen tegelijk, soms met voorwerpen om haar pijn te doen. Ze werd uitgelachen en vernederd.
Toen Kevin haar weer kwam ophalen heeft hij haar naar Schiphol teruggebracht om door te reizen naar Engeland. Op Schiphol werd ze echter uit de rij gehaald omdat er iets mis was met haar paspoort. Toen ze omkeek was Kevin verdwenen. Uiteindelijk is ze naar Ter Apel gebracht en heeft ze asiel in Nederland aangevraagd. Terwijl Joan dit aan de iMMO-onderzoeker vertelde moest ze vaak huilen, ze trilde erg tijdens het verhaal en vertellen over de verkrachtingen vermijdt ze.
Tijdens het iMMO onderzoek worden littekens gevonden op haar knieën en elleboog die kunnen passen bij het geweld wat haar echtgenoot haar heeft aangedaan. Conform het Istanbul Protocol worden deze als consistent beoordeeld. Bij het psychologisch onderzoek worden angstklachten en klachten passend bij een Post Traumatische Stress Stoornis (PTSS) gevonden, welke als typerend worden beoordeeld. Zij heeft herbelevingen en nachtmerries over de mishandelingen en verkrachtingen die plaatsvonden in land van herkomst door haar echtgenoot als ook van de verkrachtingen die plaatsvonden in Nederland, beide staan evenveel op de voorgrond. De rapportage van iMMO wordt als steunbewijs ingebracht bij een 2e HASA procedure.
Aan Joan wordt een tijdelijke verblijfsvergunning verleend.
* Alle namen zijn gefingeerd
De EUAA, de European Union Agency on Asylum, is het agentschap dat de EU-landen helpt de Europese wetten en procedures rond asiel te implementeren. De EUAA publiceert jaarlijks een verslag over de belangrijkste veranderingen in beleid, praktijk en rechtspraak in Europa. In het rapport van deze zomer neemt men notitie van de uitspraak in Nederland over het onderdelenvereiste door de Raad van State in december 2022.
In het 431 pagina dikke jaarrapport wordt iMMO genoemd in verband met het vervallen van het zogenoemde onderdelenvereiste. In de tekst staat:
With regard to the use of medical reports in the examination of an asylum application, the Council of State in the Netherlands ruled in December 2022 that the ‘component requirement’ was no longer tenable. The ‘component requirement’ means that, if in a forensic medico-legal report the examiner (for instance, the Dutch Institute for Human Rights and Medical Assessment (iMMO)) has come to the conclusion that the physical and psychological situation of the asylum seeker may have affected (heavily) their ability to tell their asylum story in a complete, consistent and coherent manner during the interviews with the IND, the examiner should be able to pinpoint directly which components of the asylum story were effected. The component rule was laid down by the Council of State in its landmark ruling of 27 June 2018. However, those with relevant expertise (e.g. iMMO) pointed out that from a medical and scientific point of view the component requirement could not be met satisfactorily for the IND and the legal courts. Accordingly, in its judgment the Council of State abandoned the view it adopted in 2018.
Klik hier om het gehele rapport te lezen.
iMMO organiseerde de jaarlijkse studiedag, Tijdens deze dag voor medewerkers en vrijwilligers vertelde rechtspsycholoog Dr. Tanja van Veldhuizen over interviewtechnieken en cross-culturele problematiek in verschillende rechtsgebieden. Dr. Joop de Jong, emeritus hoogleraar Culturele Psychiatrie en Global Mental Health AMC, nam ons op interactieve wijze mee in de transculturele aspecten van onze onderzoeken.
Zaterdag 30 september vond in Theaterhuis de Berekuil in Utrecht de jaarlijkse studiedag van iMMO plaats. Vrijwilligers, medewerkers, leden van het bestuur en van de professionele raad waren aanwezig voor twee lezingen en een workshop.
Dr. Tanja van Veldhuizen, universitair docent aan de VU bij Criminologie, is gespecialiseerd in de validiteit van interviewtechnieken en schreef onder andere het boek “Where I come from and how I got here: Assessing credibility in asylum cases”.
In haar lezing liet ze zien hoe belangrijk het is om open vragen te stellen om betrokkenen hun verhaal te kunnen laten vertellen, maar ook hoe moeilijk het is om open vragen te blijven stellen. Dr. Van Veldhuizen vertelde over de onbetrouwbaarheid van de menselijke waarneming en het geheugen en dat met het stellen van open vragen het geheugen beter wordt ‘geholpen’ een gebeurtenis te reconstrueren. Dit kan wel betekenen dat er variaties in een verhaal ontstaan. Een ingestudeerd verhaal vertellen is veel makkelijker als je meer gesloten vragen moet beantwoorden.
Prof. Dr. Joop de Jong, emeritus hoogleraar Culturele Psychiatrie en voorheen werkzaam bij universiteiten in Nederland, de VS en Zuid Afrika, besteedde aandacht aan de benodigde transculturele competenties bij het uitvragen van gebeurtenissen bij slachtoffers van (seksueel) geweld. Cultuurverschillen beïnvloeden de wijze waarop wat je wat en hoe aan wie vertelt.
Recent schreef Prof. Dr. De Jong een essay voor het Tijdschrift voor Psychiatrie over de “Culturele uitingsvormen van psychische aandoeningen” waarin hij psychologen en psychiaters aanmoedigde de etnoloog in zichzelf te ontwikkelen om verschijningsvormen van psychische aandoeningen in diverse culturen te kunnen herkennen.
De casus van de getraumatiseerde Joseph laat zien dat het voor een zorgvuldige asielprocedure belangrijk is om medische informatie zo vroeg mogelijk mee te laten wegen. In deze zaak zijn er drie inhoudelijke rechtbankuitspraken verspreid over 5 jaar nodig om de staatssecretaris aan te sporen medische informatie serieus te nemen.
De 25-jarige Joseph stelt dat hij vanwege zijn seksuele geaardheid problemen heeft ondervonden met zijn familie en met de autoriteiten van het Oost-Afrikaanse land waar hij vandaan komt. Ook heeft hij na aankomst in Nederland seksueel geweld meegemaakt. De staatssecretaris gelooft zijn geaardheid niet en daarmee ook niet zijn gestelde problemen. Ter onderbouwing van zijn asielrelaas brengt Joseph in de beroepsfase een iMMO-rapportage in waarin naast de kwalificatie van de fysieke en psychische klachten geconcludeerd wordt dat de geconstateerde en geobjectiveerde psychische problematiek beperkingen hebben gegeven die ‘zeker’ hebben geïnterfereerd met het vermogen om compleet, coherent en consistent te verklaren.
Waar de meervoudige kamer (3 rechters) van de rechtbank echter primair vragen over heeft is of de staatssecretaris voldoende zorgvuldig met nieuwe medische informatie is omgegaan. Joseph heeft na het medisch advies van het FMMU, maar voor de gehoren door de IND, nieuwe medische info in de vorm van een patiëntendossier overgelegd. Uit dit patiëntendossier blijkt onder meer dat Joseph lijdt aan een PTSS, hij last heeft van angstklachten, slaapproblemen en moeite heeft om mensen te vertrouwen. Daarnaast is melding gemaakt van divers medicijngebruik.
De rechtbank komt tot het oordeel dat het bestreden (asiel) besluit van de staatssecretaris onvoldoende zorgvuldig voorbereid is en derhalve in strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Uit het asieldossier kan niet worden afgeleid of de staatssecretaris onderzoek heeft gedaan naar de gevolgen van de nieuwe medische informatie voor het horen en beslissen.
De rechtbank doet een ‘tussenuitspraak’ waarbij de staatssecretaris de gelegenheid krijgt om het gebrek in de besluitvorming te herstellen of van een nadere motivering te voorzien. Centrale vraag hierbij aan de staatssecretaris is of de nieuwe medische informatie van Joseph aanleiding had moeten zijn om de FMMU, voorafgaand aan het (nader) horen, wederom om een medisch advies ‘horen en beslissen’ te vragen.
Zeven maanden later doet dezelfde meervoudige kamer opnieuw een tussenuitspraak omdat zij vindt dat de staatssecretaris zich onvoldoende aan de eerder gegeven opdracht heeft gehouden. De staatssecretaris heeft Joseph wel opnieuw naar de FMMU laten gaan, maar is in de afwijzende beschikking vooral ingegaan op wat de FMMU vindt van de bevindingen en het oordeel uit het iMMO-rapport. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris zich onvoldoende heeft uitgelaten over de kernvraag of het patiëntendossier reden had moeten zijn om Joseph voorafgaand aan de gehoren met de IND nog eens door het FMMU te laten onderzoeken. De rechtbank geeft de staatssecretaris wederom tijd om het geconstateerde gebrek te herstellen dan wel van nadere motivatie te voorzien.
De staatssecretaris besluit om hier geen gebruik van te maken en trekt een maand na de tweede tussenuitspraak de hele bestreden asielbeschikking in.
Na intrekking van de asielbeschikking wordt Joseph twee keer gezien door MediFirst. Beide keren heeft de arts van MediFirst geconcludeerd dat Joseph (nog) niet kan worden gehoord, omdat hij een psychische aandoening heeft en er sprake is van beperkingen op het gebied van het onder woorden brengen van het asielrelaas. Ongeveer anderhalf jaar later brengt MediFirst een nieuw advies uit waarin geconcludeerd wordt dat Joseph wel kan worden gehoord, maar dat er beperkingen zijn voor het horen als gevolg van psychische klachten waarmee rekening dient te worden gehouden. De staatssecretaris wijst de asielaanvraag opnieuw af, oordeelt dat de kern van het relaas ongeloofwaardig is en dat van Joseph meer verwacht had mogen worden omtrent het verklaren over zijn geaardheid.
De rechtbank (inmiddels in enkelvoudige samenstelling) is echter van oordeel dat de staatssecretaris onvoldoende gemotiveerd heeft waarom, ondanks de gerapporteerde psychische klachten, meer van Joseph verwacht had mogen worden. Ook oordeelt de rechtbank dat het onzorgvuldig is geweest dat Joseph steeds door mannelijke hoormedewerkers is gehoord ondanks meerdere verzoeken om door vrouwelijke medewerkers te worden gehoord.
De staatssecretaris besluit na de uitspraak van de rechtbank om niet in hoger beroep te gaan. Inmiddels is aan Joseph een A-vergunning verleend.
* De naam Joseph is gefingeerd.
Het asielverzoek van Jabari, een Afrikaanse man van 27 jaar, is afgewezen aangezien de IND zijn verhaal niet geloofwaardig acht. Zijn advocaat vraagt een iMMO onderzoek aan omdat de littekens van Jabari mogelijk medisch steunbewijs zijn waarmee een herhaalde asiel aanvraag (HASA) gestart kan worden. Tijdens de gehoren bij de IND heeft Jabari namelijk niet durven vertellen wat hij zijn behandelaren van de GGZ en zijn advocaat wel heeft verteld.
Jabari* vertelde dat hij fors mishandeld is nadat hij in bed betrapt werd met zijn toenmalige vriend. Hij werd naakt op het dorpsplein publiekelijk vernederd en mishandeld door politie en dorpsgenoten. Naast blauwe plekken had hij meerdere bloedende wonden waar hij nu nog littekens van heeft. Dit gedeelte van zijn relaas heeft hij destijds wel verteld aan de IND tijdens de gehoren.
Wat hij niet vertelde tijdens deze gehoren vertelt hij later wel stukje bij beetje aan zijn behandelaren van de GGZ en aan zijn advocaat. Na de mishandelingen op het dorpsplein werd hij door een groep mannen meegenomen en opgesloten in een soort kooi in het bos. In de avond werd er een ceremonie met hem uitgevoerd met als doel, zo denkt Jabari, hem te straffen voor en te genezen van zijn homoseksualiteit.
Tijdens deze ceremonie moest hij een kruidendrankje, met daarin zijn eigen bloed en haren, drinken. Daarnaast werd hij door het dorpshoofd, terwijl hij vastgehouden werd, met een scherp mes gesneden op zijn borst en rug. Deze kleine sneetjes werden vervolgens behandeld met een zwarte vloeistof. Hij vertelt dat hij tijdens deze ceremonie anaal werd verkracht met een voorwerp en dat de overige aanwezigen een ceremonie uitvoerden. Jabari vertelt dat hij heel angstig was dat ze hem zouden doden.
Na de ceremonie lagen de mannen rond het vuur te slapen en wist hij te ontsnappen. Hij rende lang door het bos tot hij bij een doorgaande weg kwam waar hij met een voorbijganger kon meerijden naar een verder gelegen dorp. Uiteindelijk lukte het Jabari het land te verlaten en met hulp van verschillende smokkelaars Europa te bereiken. In Nederland vroeg hij asiel aan.
Bij iMMO worden er bij het lichamelijk onderzoek meerdere littekens gezien op zijn lichaam welke voor een groot deel passen bij de gestelde mishandelingen op het dorpsplein. Ook worden er op de borstkas en op de rug symmetrisch en parallel aan elkaar lopende donker gekleurde littekens gezien. Aan beide kanten op de borst zijn er drie groepjes met ieder 3 streepvormige littekens. Op de rugzijde is dat hetzelfde: aan beide kanten, vlak onder de schouderbladen zijn drie groepjes met ieder 2 kleine streepvormige parallel verlopende littekens.
Tijdens het onderzoek naar deze littekens en de vragen van de iMMO rapporteur daarover begint Jabari te zweten en te trillen. Hij staart plots voor zich uit en blijft een periode stil. Jabari vertelt weer voor zich te zien hoe hij daar in die kooi zat en angstig was. Hij durft er bijna niet over te praten.
In de beoordeling van de littekens bij een forensisch medisch onderzoek wordt door de rapporteur altijd nagegaan of de littekens, welke betrokkene toeschrijft aan een bepaald soort geweld, ook op andere manieren zouden kunnen zijn ontstaan.
In het geval van symmetrisch en parallel aan elkaar verlopende littekens welke op deze manier verdeeld zijn over het lichaam is het vrijwel uitgesloten dat deze op een andere manier zijn ontstaan dan door wat betrokkene verteld. In dit geval namelijk dat deze tijdens een ritueel zijn aangebracht met een scherp voorwerp. Littekens met dit patroon kunnen niet door een huidaandoening, een ongeval, door een chirurgische ingreep of door automutilatie zijn ontstaan. Een ritueel lijkt de enige verklaring. In welk kader en omstandigheid dit ritueel heeft plaats gevonden, daar kan iMMO niets over zeggen. Rituelen komen in bepaalde landen vaker voor en kunnen een hele andere aanleiding hebben gehad.
Bij de beoordeling worden daarom ook de psychische klachten meegewogen. Uit het psychologische onderzoek komt naar voren dat Jabari nog steeds last heeft van herbelevingen en nachtmerries welke wat betreft de inhoud passen bij het verhaal van de ceremonie waar hij nu over verklaard.
De littekens, samen met de psychologische klachten, worden daarom gezamenlijk beoordeeld volgens de gradaties van het Istanbul Protocol als typerend voor het door hem gestelde relaas. Met onder andere het iMMO-rapport in handen kan de advocaat een herhaalde asielprocedure opstarten.
* De naam Jabari is gefingeerd.
Hiba* is een jonge vrouw uit Oost-Afrika die al van jongs af aan mishandeld wordt. Wanneer zij uithuwelijking weigert, wordt ze ontvoerd en bij haar man gebracht. Haar echtgenoot mishandelt en verkracht haar. Met hulp van haar moeder kan ze scheiden maar dan wordt ook haar moeder mishandeld. Uiteindelijk vlucht ze naar Nederland.
Tijdens het onderzoek bij iMMO vertelt Hiba* geen fijne jeugd te hebben gehad. Zij werd thuis veel geslagen en mishandeld door haar vader en haar oudere broer.
Wanneer zij jong volwassene is leert ze een man van een andere stam kennen met wie ze wil trouwen. Hij doet een huwelijksaanzoek bij haar familie, maar dat wordt geweigerd. Er worden mensen op hem afgestuurd die hem mishandelden. Het is traditie dat meisjes binnen de stam worden uitgehuwelijkt. Hiba wordt twee maanden opgesloten in huis en geslagen met een waterslang.
Tijdens haar studie wordt Hiba uitgehuwelijkt aan een oudere man. Om niet met deze man te hoeven samenleven blijft ze lange tijd weg van huis totdat ze het bericht krijgt dat er een familielid ernstig ziek is. Dat blijkt een list, zo stelt zij. Hiba vertelt dat ze op het moment dat ze bij huis aankomt wordt overmand door haar broer en een paar neven. Ze krijgt een klap op haar hoofd waarbij ze bewusteloos raakt en wanneer ze bijkomt zit ze vastgeketend in een kamer. Haar hals doet pijn, haar ogen zijn opgezwollen van de klappen en ook de kettingen aan haar voeten doen pijn.
Na een aantal dagen mishandeld te zijn, wordt Hiba naar haar nieuwe echtgenoot gebracht. Omdat ze het huwelijk had geweigerd wordt er gedreigd haar te vermoorden. Volgens Hiba wordt ze de volgende dagen mishandeld, ontkleed en verkracht door haar man.
Hiba besluit in te stemmen met het huwelijk. Ze wordt constant bewaakt en gecontroleerd. Opnieuw wordt ze mishandeld, bedreigd en verkracht door hem. Enige tijd later weet ze te ontsnappen. Met hulp van haar moeder lukt het Hiba van haar man te scheiden, maar als haar familie achter de scheiding komt wordt ook haar moeder mishandeld en Hiba direct weer uitgehuwelijkt. Daarop vlucht Hiba naar Nederland.
Bij het lichamelijk onderzoek van iMMO worden verscheidene littekens gezien. Door de vele mishandelingen is het voor haar moeilijk om over de meeste littekens gedetailleerd te vertellen wanneer en hoe deze zijn toegebracht. Dat heeft als consequentie dat aan die littekens geen Istanbul Protocol gradatie kan worden toegekend. Hoe het litteken van de brandwond is ontstaan weet ze wel. Deze wordt beoordeeld met de gradatie zeer consistent.
Bij het psychisch onderzoek worden veel en heftige klachten gezien. Hiba heeft last van herbelevingen, nachtmerries, is schrikachtig en somber. Ze vermijdt het om naar buiten te gaan uit angst dat ze hier gevonden kan worden.
De inhoud van de herbelevingen en nachtmerries, de triggers die leiden tot de herbelevingen over de mishandelingen en verkrachtingen rondom de uithuwelijking en de emoties die Hiba laat zien tijdens het vertellen daarover worden door iMMO als typerend beoordeeld.
De herbelevingen die Hiba heeft vanwege de mishandelingen in haar jeugd zijn geen onderdeel van haar asielrelaas en worden hierbij niet meegenomen.
Lees hier het juridische vervolg
* De naam van betrokkene is gefingeerd.